Overslaan en naar de inhoud gaan

Al bijna zes jaar komt Mariet van Pol elke drie weken in het Oncologisch Centrum voor haar immunotherapie. Normaal gesproken wordt ze hartelijk ontvangen door een van de gastheren of –vrouwen van ons Toon Hermans Huis. Sinds corona  niet meer. “Ik vind het maar stil. Veel mensen missen de aanspraak.”

“Nee, het is niet meer hetzelfde sinds de vrijwilligers van ons Toon Hermans Huis niet meer op de dagbehandeling aanwezig zijn”, vindt Mariet. “Ik hoor het ook van andere patiënten.”  Mariet is al acht jaar vrijwilliger in ons inloophuis. Met plezier neemt zij een groot deel van onze administratie voor haar rekening. Zeven jaar geleden kreeg ze de diagnose borstkanker met uitzaaiingen en werd ze zelf patiënt in het Oncologisch Centrum.

“Als je binnenkomt, is er altijd iemand die je vriendelijk begroet. Iemand die vraagt of je misschien zin hebt in een kopje koffie of thee en een gesprekje met je aangaat. De gastheren en –vrouwen hebben meestal goed in de gaten wie daar behoefte aan heeft en wie liever met rust gelaten wordt. Meestal stappen ze het eerst op iemand af die alleen zit. Even een praatje maken, dat wordt vaak erg gewaardeerd.” Sinds de coronamaatregelen zijn er geen vrijwilligers meer op de oncologische afdelingen aanwezig. Dat is inmiddels al meer dan een jaar zo. Het werk wordt door de vrijwilligers erg gemist.

Ook is het op dit moment niet toegestaan om iemand mee te brengen als je naar de dagbehandeling komt. “Dan zit je daar maar een beetje voor je uit te staren”, zegt Mariet. “De verpleegkundigen zijn heel lief, en komen vaak wel vragen hoe het met je gaat, maar tijd om uitgebreid met je te praten, is er niet. Daar zijn ze veel te druk voor.”

Mariet is niet de enige die dit zo ervaart “Mensen vinden het jammer dat ze hun verhaal niet kwijt kunnen, niet even een goede of minder goede uitslag kunnen delen met iemand  of gewoon voor de afleiding of voor de gezelligheid een praatje kunnen maken.  Dat hoor ik ook om mij heen.  Het zou fijn zijn als dat snel weer kan.”