Overslaan en naar de inhoud gaan

Mijn leven met kanker

Onze gasten hebben allemaal hun eigen reden om ons inloophuis te bezoeken. Ze zijn zelf ziek of ziek geweest. Hebben een partner, ouder, broer of zus met kanker of vinden het fijn om met lotgenoten te zingen. Ze bezoeken een thema-avond of komen juist gezellig knutselen om even los te zijn van de dagelijkse zorgen rondom het ziek zijn.  Miranda Tromp schildert wekelijks bij onze Teken- en Schilderclub Lijn en Kleur. In een openhartig interview vertelt zij haar verhaal.

Het is bijna niet voor te stellen. Je bent net tweeëntwintig, hebt je diploma kraamverzorgende op zak en kan direct aan de slag in het beroep waar je als kind al van droomde. Je koopt samen met je vriend je eerste huis en omdat moeder worden hoog op je verlanglijstje staat, spring je een gat in de lucht als je ook nog zwanger blijkt te zijn.

De zwangerschap is zwaar, maar je denkt dat dat er vast bij hoort. Je ontdekt nog wel een rare bult in je nek, maar schenkt er weinig aandacht aan. Je bent zwanger en wilt genieten van het kindje dat komen gaat. In oktober beval je van een gezonde dochter. En dan ineens, weg roze wolk, je blijkt ziek.

Het is één dag voor Kerst als Miranda de diagnose krijgt: Hodgkin, oftewel lymfklierkanker. Met de mededeling dat ze deze Kerst maar extra moet genieten, wordt ze naar huis gestuurd. "Het kan wel eens je laatste zijn", zeiden ze.

Miranda vertelt: "Ik voelde me al langere tijd niet fit. Ik moest vast wennen aan ons nieuwe ritme", dacht ik. "We hadden tenslotte net een verhuizing achter de rug en ik had een drukke baan." Miranda neemt vaak paracetamol en slaapt veel.

"Ik laat voor de zekerheid nog een bloedonderzoek doen, maar alleen de bezinking is wat aan de hoge kant. Ik overleg met mijn huisarts en niets staat ons in de weg om een kindje te krijgen. Ik raak snel zwanger, maar ben negen maanden ziek. Het zal er wel bijhoren,  als het na de bevalling niet beter gaat, zou ik een afspraak bij de internist maken.  Ik beval van een prachtige gezonde dochter, maar terwijl ik eigenlijk wil genieten van mijn kraamtijd blijf ik moe en heb ik nauwelijks energie om voor mijn dochter te zorgen. Dan ontdek ik eczeemplekken. Ook ben ik zo benauwd dat ik niet meer plat kan liggen."

Er volgt onderzoek na onderzoek en dan komt het moment dat Miranda de diagnose krijgt. "Als je je arts ziet schrikken, dan weet je dat het fout is. In het ziekenhuis liep iedereen zijn benen uit zijn lijf voor mij, dat kon niets anders betekenen dan dat het echt erg was."

Miranda heeft Hodgkin en moet gelijk starten met chemotherapie gevolgd door bestralingen. "Ik was moe, misselijk en kaal en lag alleen maar op bed. De keren dat ik mijn dochter zelf in bad kon doen, waren op één hand te tellen."  Miranda krabbelt langzaam op en de behandelingen slaan aan.

"Ik had me voorgenomen dat mijn bed voor de eerste verjaardag van mijn dochter uit de woonkamer moest zijn." Dat lukte, maar de periode die dan aanbreekt, blijkt nog veel zwaarder. "Iedereen pakte het leven weer op, maar ik kon niks meer. Eerlijk, doodgaan was makkelijker geweest. Niet dat ik dood wilde, maar mijn leven moest wel leefbaar zijn en dat was het niet meer."

We zijn inmiddels jaren verder en Miranda heeft nu drie gezonde kinderen. De hodgkin is in remissie. Miranda probeert de draad zo goed mogelijk op te pakken, maar ondervindt nog dagelijks hinder van die zware tijd. Miranda heeft veel steun gevonden bij een lotgenotengroep via internet.  "Had ik toen maar van het bestaan van het Toon Hermans Huis geweten", zegt Miranda.

“Twee jaar geleden nam mijn vriendin mij hier voor het eerst mee naartoe voor een middagje schilderen en ik ben nooit meer weggegaan. Hier mag je zijn wie je bent, je hoeft je niet te verantwoorden als je ergens geen energie voor hebt. We tonen interesse in elkaar en hebben aan een half woord genoeg. Dat is zo fijn aan lotgenotencontact. En het is niet altijd zo serieus hoor. Er wordt hier ook veel gelachen, er zijn middagen bij dat er juist helemaal niet over ziek zijn gepraat wordt. Een heerlijke afleiding.

Binnenkort word ik veertig en dat terwijl ik nooit gedacht had dertig te mogen worden. Ik zit ik mijn reservetijd en daar geniet ik, wel in mijn eigen tempo, maar met volle teugen van.”